De leiders van een kleine regio in Belgie houden de Vrije Handelsovereenkomst tussen Canada en de Europese Unie tegen, zo schrijven de Canadese kranten. Men zal geweten hebben dat Asterix en Obelix niet echt uit de lucht gegrepen zijn. Vandaag klinkt het al wat losser: er is nog tijd om te palaberen over CETA, wel niet te lang om andere Europese landen niet naar het kamp van Wallonie te laten overhellen.
Het ja-kamp blijft hameren over de gemiste kansen: meer jobs, meer groei, economische verbetering voor beide streken: Canada EN Europa. En dit met een land dat qua cultuur en maatschappelijke structuur overeenkomt met Europa, zelfs taalgewijs, zijn Canada en Wallonie bijna broertjes.
Wat schort er dan aan verdragen van vrije handel zoals CETA en TTIP?
De linkse kant van de samenleving hamert op de slechte kanten van de globalisering. En dit proces schrikt velen af. Globalisering is vaak te groot voor regionale mensen om er het schulden-baten plan van te zien. Globalisering brengt een enorme transportsector in beweging. Producten van de andere kant van de wereld, worden nu op het dagelijks menu gezet bij ons. Stel nu voor: bizonsteak... we kunnen zonder, we deden het al jaren zonder. Toch is het een zegen voor de bizonkwekers in Canada die graag willen groeien.
En onze witloofboeren, varen dan weer wel bij het vrije marktsverdrag, zodat ze in #Montreal elke zondag een stronkje geglaceerd witloof eten bij hun kreeft of bizonstoofvlees.
Bedrijven kunnen makkelijker hun productiepunten kwijt in landen waar de loonlast minder is, ja, maar dat zorgt niet voor minder jobs, dat zorgt wel voor een verschuiving van jobs. Niet zo schitterend voor Belgie, die met hun loonlast enorm hoog in de ranking staan.
Een voor en tegen van #CETA is eigenlijk gebaseerd op: klaar zijn voor morgen. Klaar zijn voor een globalisering die verder kijkt dan de regio waar een mens in leeft. Jobs voor arme streken die graag willen werken, en een tegemoetkoming voor mensen die hun werk verliezen in rijke regio's. Koppel CETA aan een gewaarborgd inkomen en er zullen al heel wat meer stemmen opkomen voor een bizonsteak op een terrasje in Brussel.
Wat schort er dan aan verdragen van vrije handel zoals CETA en TTIP?
De linkse kant van de samenleving hamert op de slechte kanten van de globalisering. En dit proces schrikt velen af. Globalisering is vaak te groot voor regionale mensen om er het schulden-baten plan van te zien. Globalisering brengt een enorme transportsector in beweging. Producten van de andere kant van de wereld, worden nu op het dagelijks menu gezet bij ons. Stel nu voor: bizonsteak... we kunnen zonder, we deden het al jaren zonder. Toch is het een zegen voor de bizonkwekers in Canada die graag willen groeien.
En onze witloofboeren, varen dan weer wel bij het vrije marktsverdrag, zodat ze in #Montreal elke zondag een stronkje geglaceerd witloof eten bij hun kreeft of bizonstoofvlees.
Bedrijven kunnen makkelijker hun productiepunten kwijt in landen waar de loonlast minder is, ja, maar dat zorgt niet voor minder jobs, dat zorgt wel voor een verschuiving van jobs. Niet zo schitterend voor Belgie, die met hun loonlast enorm hoog in de ranking staan.
Een voor en tegen van #CETA is eigenlijk gebaseerd op: klaar zijn voor morgen. Klaar zijn voor een globalisering die verder kijkt dan de regio waar een mens in leeft. Jobs voor arme streken die graag willen werken, en een tegemoetkoming voor mensen die hun werk verliezen in rijke regio's. Koppel CETA aan een gewaarborgd inkomen en er zullen al heel wat meer stemmen opkomen voor een bizonsteak op een terrasje in Brussel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten