Een uitdrukking die vaak verkeerd wordt begrepen. Het is dan ook: Eerst Napels zien en dan sterven: Vedi Napopi et poi Muori. Dat komt uit een oude toeristische gids van Italie: naast Napels lag er een klein gehuchtje dat het bezoeken meer dan waard was: nl. Muori (sterven).
Nu kunnen we deze uitdrukking wel even verplaatsen naar Venetië. Wat men daar nu kan zien is de moeite waard zodat je na dat moois gerust kan sterven van de honger omdat al je geld op is. De Biënnale van Venetië opent zijn deuren, terwijl de stadspoorten dichtgaan en enkel tegen betaling weer opengaan. De burgemeester, Giorgio Orsini, is een echte zakenman. Hij maakt van heel zijn stad een groot kunstpretpark. Het Disney van de artworld. De toeristen worden in Venetië nooit op handen gedragen, wel uitgemolken. Een foto trekken van de duiven op het San Marcosplein kost u dadelijk een serieuze cent. Een koffietje op het plein dicht bij de brug der zuchten, betaalt u 6 euro, wat wil zeggen dat de koffie daar 1 euro/ml kost. Het orkest spoort de toeristen aan niet te lang te blijven zitten, want elke derde tango is het betalen geblazen. Elk jaar zakt de stad een paar millimeter de zee in, niemand kan dit verhinderen, maar de venetianen zullen er wel al de profijten uit halen wat er te halen valt.
Duur, pompeus en een stinkende eigenwaan, toch loopt de stad elke twee jaar vol als de Biënnale zijn deuren opent en de poorten van de stad sluit. Deze kunstbeurs is de oudste van Europa, misschien wel van de wereld. In 1895 werd ze voor het eerst geopend door koning Humberto Saboya. In deze 54ste editie staat er een vrouw aan het roer. 89 landen schreven zich in, met als debutanten Haïti en Bangladesh., 83 kunstenaars werden door de directeur Bice Curiger uitgenodigd, waarvan 32 jonger zijn dan 40 jaar en 32 van hen zijn vrouwen. Voor 20 euro kan u zich onderdompelen in een stad van kunst en installaties van over heel de wereld. Een landschap van ontwerpers uit de tijd van napoleons tot nu creëren er voor de kunstliefhebber een mooiere wereld.
In Venetië wonen 58.000 mensen, maar elke zomer van een biënnale lopen er 20 miljoen over de bruggen. Het paleis van de duche, de hotels des Bains, gekleurde paleizen van vervlogen politici uit het rijke en machtige Venice vragen hun prijs per ogenblik dat u het bezoekt. Rijen staan er aan te schuiven om de zien hoe de ingenieurs en restauratoren de tands des tijds kunnen verhullen. In de haven recht tegenover de ingang van de Biënnale ligt een groots schip, dat van Abramovich, de grootste kunstliefhebber van deze planeet en eigenaar van een deel van 's werelds voetbal. Hij is een graag geziene klant in Venetië, en krijgt dan ook heel de kade voor zijn sloepje en zijn privacy.
Kunst is niet meer elitair, kunst is een business, een uitverkoop van creativiteit in zowel art als money.
De onderscheiding Leon de Oro, ging dit jaar naar de Zwister-Amerikaan Christian Marclay. Hij maakte voor deze editie het werk 'de klok', een video van 24 uur in realtime. Een gigantische collage van beelden uit de wereld van de cinema, van het bestaan tot nu. Het zijn stukjes uit films waarop men het uur kan zien en dat uur stemt overeen met het werkelijke uur: Robert de Niro en Meryl Streep kunnen elkaar in het Centraal Station in NY terwijl de klok 6 u wijst, net op het moment dat het 6 uur is in Venetië, Clark Gable kijkt op zijn horloge om zijn diefstal op punt te stellen, en we zien hetzelfde uur op ons uurwerk. De jury loofde dit werk omdat het een stuk is van de wereldgeschiedenis en van ons zelf, zoals kunst moet zijn: herkenbaar en toch met dat speciale tintje dat ons verbaast doet opkijken. Elk stukje film hebben we wel eens gezien, vroeger, als we klein waren, later met ons eerste lief, nu met onze kleinkinderen, en het dimensie uur geeft het een actueel kleurtje. Kunst zoals u denkt 'dat kan ik ook' maar je moet er wel opkomen.
De directeur van deze biënnale is Bice Curiger, Zwitserse dame met zetel in Zurich, medestichtster van Parkett. Een calviniste met een praktische ingesteldheid en briljante geest die zich laat inspireren door de illuminazioni. Illumini voor het licht van Venetië, de weerspiegeling van de zon en de maan in het water, het brekende licht in de grachten, tussen de nauwe straatjes dat openbarst op het plein San Marcos. Het licht opgeslorpt in de mist dat 's avonds opstijgt uit het meer.
De kernpaviljoenen worden ingericht door Duitsland, Engeland, Frankrijk, België, Japan, Corea, Zwitserland... Het Duitse paviljoen speelde een beetje met zijn letters en vormt het woord Egomania op zijn gevel. Binnen zien we een homenage aan de gestorven kunstenaar Schligensief, die in 2010 stierf aan kanker nadat hij geselectioneerd was voor deze Biënnale. Hij wordt in Duitsland aanzien als de anarchist van de kunst. De installatie van de Verenigde Staten dwingt elke passant een glimlach af. Het is een omgekeerde tank met een hardloper boven op de rupsband. Binnen in zien we het Vrijheidsbeeld liggen slapen op een zonnebank. Is oorlog een sport? Is vrijheid een luxe geworden? Het werk van de Puertoricaan, Guillermo Calzadilla laat ons nadenken, een kunst op zich. Ook de coreanen gooien het op de oorlogstoer en plaatsen twee soldaten in een bloemetjes uniform voor een muur met bloemetjesbehang Ze staan er ontspannen bij. De Biënnale ten volle uit: ironie en humor, hierin herkennen we misschien wel de vrouwelijke touch in deze 54ste editie,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten