vrijdag 15 februari 2013

Sus&Wis

Suske en Wiske, Bob et Bobette, Neelsie en Miemsie, Zé o Maria, Dada & Beibei, Tata & Peipei, Bo bu & Bo be te, Susu & Weiwei, Finn & Fiffi, Peter & Ulla, Willy and Wanda,  Spike and Suzy en Ambrose als Lambik. Je kan het niet gek genoeg verzinnen of het heeft met Sus en Wis te maken, het kinderteam van hun geestelijke vader Willy Vandersteen. Een jongen uit de seefhoek, geboren aan het stuivenbergplak, achter het Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen, naast 'het kantje' daar waar de havenarbeiders van Antwerpen hun droomhuis konden huren. Willy groeide op in de straat, zijn tekentalent was reeds legendarisch voor hij kon schrijven. Een natuurlijke verteller, die te hyperkinetisch was om schrijver te worden. Hij vertelde niet alleen met zijn mond en zijn Antwerpse stem, ook zijn handen en zijn vingers vlogen over papier en stoep omzijn ode aan de fantasie kleur bij te zetten.
Hij begon met dagdagelijkse stripjes in de krant, zoals elke stripheld toen begon.
Suske en Wiske een voortvloeisel van Rikki en Wiske werd geboren in 1945 in de Nieuwe Standaard. Op het eiland Amoras ontmoeten suske en wiske elkaar.

Maar met Suske en Wiske begon de carriere niet van Willy Vandersteen. Op de stoep voor zijn huis tekende hij als kleine jongen reeds de wielerwedstrijden die voorbij reden. De kermiskoersen werden door hem op papier en houtskool vastgelegd. Hij schreef toneelstukjes voor zijn vrienden van de straat, ze speelden de kruistochten na, beleefden avonturen in de seefhoek zoals Suske en Wiske dat later in de stripwereld zouden doen. Willy Vandersteen was gek op boeken lezen en de geschiedenisles.
Zijn leraren berispten hem regelmatig met de woorden: "Het enige waar jij goed in bent, is tekenen en opstellen schrijven, maar daar kan je later immers toch nooit je brood mee verdienen!"
En ze waren mis, zoals elke zondag trouwens... (flauwe woordspeling van de redactie , komt waarschijnlijk door de warmte hier)
Willy maakte van tekenen zijn beroep en ging naar de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Zijn vader was ornamentkunstenaar maar dat beroep liep op zijn einde in de jaren dertig, als Willy een jonge snaak werd die zijn 'boterham' moest verdienen. Daarom werd hij decorateur, hij ontwierp etalages. Vooral bij het Antwerpse warenhuis Innovation kreeg de jongeman op een dag de opdracht een model uit een Amerikaans modetijdschrift op een paneel over te tekenen. Vandersteen las het magazine eerst even door en stuitte toen per toeval op een artikel over strips. Het stuk boeide hem zo enorm dat hij besloot striptekenaar te worden.
Hij begon met het tekenen van de lollige avonturen van Pudifar voor het blad 'De Dag', en tekende met Wil. Tijdens de bezetting koos hij een 'veiligere' bezigheid, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en hij werd door zijn collega's voorgedragen om de illustraties in hun vakblad (van de slagers) te verzorgen.  Door de stop van Amerikaanse strips door de Duitse bezetting, zocht een Nederlander, Meuwissen, eigenaar van het blad Bravo, Vlaams en Nederlands tekentalent. Hij vond Vandersteen en publiceerde het verhaal Sindbad de zeerover en Thor de holbewoner. Het was hard werken, Willy pendelde tussen Antwerpen en Brussel voor zijn werk en kon pas 's avonds in het donker aan zijn tekenwerk beginnen.
Het eerste volledige stripboek werd uitgegeven door een scoutvriend van Willy: Piwo het houten paard. De druk bleef op zich wachten door gebrek aan papier, maar Willy werd betaald en kreeg er nog twee opdrachten bij. Daarna schreef hij nog jeugdverhalen die door Casterman in het Frans werden vertaald.
Met Suske en Wiske was het dan helemaal een schot in de roos. De filmwereld, toneel, poppenkast en televisie verslonden zijn strips en maakten er bewegende beelden van. Tot musicals toe, Suske en Wiske is niet meer van deze aardbol weg te denken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten