Eigenlijk zeggen die bureau's wat we al lang weten. Hun puntennota zijn een ver van ons bedshow. Zioj maken het werk van de leiders nog moeilijker en vergemakkelijken dat van de beursguru's.
Er zit een boodschap in wat ze zeggen, begrijpen doen we het wel, maar wat doen we eraan? Er is inderdaad kredietschaarste en daar houdt de vrije economie niet van. De renteverschillen tussen kredietwaardige eurolanden en niet kredietwaardige vergroot, ook dat is ons wel bekend. Er zijn zwakke groeivooruitzichten, iets wat we merken aan onze spaarrekening en de onenigheid van Europa druipt van de nieuwsberichten af, ook dat is geen geheim. 
Maar waarover deze ratingbureaus niet spreken is de wil om verder te gaan. Om vol te houden. Het geloof van de burgers in hun eigen productiviteit, hun eigen werkkracht, de kracht in solidariteit. Dat daar nog geen ratingbureau voor bestaat?
Die bestaan wel. Wat deze ratingbureaus eigenlijk uitdrukken is het politieke geklungel, het feit dat harde cijfers alleen de economie niet kunnen redden. Economie is een menswetenschap, geen cijferwiskundig axioma. Het goede nieuws over de ratingen is dat de politiekers wakker geschud worden. Willens Nillens zullen ze solidair moeten denken, rekening houden met elkaar. Als dat geen mooie boodschap is?