maandag 11 juni 2012

De jing-jang van een GP-F1


De F1 staat onder vuur. In Canada protesteren studenten tegen de Grand Prix in Montreal. Villeneuve is de protesten beu en zei dat de studenten verwende nesten waren die waarschijnlijk zijn opgegroeid zonder ooit een 'nee' te hebben gehoord. Dat schoot in het verkeerde keelgat en toen ging het niet alleen meer over de F1 uiteraard. Toch is het wel interessant om stil te staan bij het fenomeen van deze wedstrijden. Het jaagt een hoop CO2 de lucht in, zet mensenlevens op het spel en maakt een hels lawaai. Zijn er dan geen positieve punten aan deze autosport? Jullie kennen deze redactie misschien nog niet , aan alles hangt iets positiefs, je moet het alleen langs alle kanten goed bekijken. 

 

De veiligheid op de baan, een van de stokpaardjes van de F1, niemand verliest graag een kampioen waarin geïnvesteerd is. Zuiniger rijden, elke stal wil een lichtere brandstoftank. Al zeker twee belangrijke punten voor ieder van ons alle dagen op de baan. Zoals alles in onze maatschappij draait het om geld en winnen. Niet direct iets vies, ook geld heeft zijn positieve kracht. De Aziaten spreken over jing en jang, het spreekwoord 'er bestaat geen kwaad waar iets goeds uit voortkomt' is dan weer Westers.  Als we historisch op zoek gaan naar de verbeteringen aan de wagen, zien we dat die gelijk lopen met de proeven die ze in de F1 uitprobeerden.  De auto-stallen zagen hun klassepaarden ook niet graag verongelukken, een kampioen is niet makkelijk te vinden.
In 1963-1967 zien we de intrede van de automatische starter, het dubbel remsysteem en de veiligheidsgordel, de vuurvrije kledij en het veiliger tanken met de snorkels. De helm werd verplicht, waardoor er een hele industrie rond de helm ontstond. Een lichte uitvoering, met audiosysteem zoals we dat hoofddeksel nu kennen, zelfs op het brommertje van en naar school heden ten dage.  Om een racebaan aan te leggen, komt er een hele ingenieuze studie aan te pas voor de wegligging. Kennis en onderzoek dat ten goede komt aan de normale wegenbouwers.  
In 1968-1972 krijgen we meer veiligheid in de elektrische circuits door schakelaars die bij oververhitting de elektronica uitschakelen.  Ook de cockpit wordt verstevigd door een ingebouwde bar-constructie in de carrosserie die later wordt overgenomen in de gewone wagen om de inzittende bij een ongeval te beschermen.  De hoofdsteun doet in de jaren 70 zijn intrede nadat het voor de F1 verplicht werd. 
1973-1977 Brandveiligheid is fundamenteel voor de F1. Er wordt geïnvesteerd in onderzoek naar textiel en bekleding dashboard en zetel. Het wegdek wordt herzien en de benzinetank wordt volledig beveiligd om brand te voorkomen.  Veel van deze verbeteringen worden daarna grootschalig toegepast. In de jaren ’80 wordt er geïnvesteerd in de crash-test en de carrosserie aangepast, alsook de bumpers.  Ander materiaal zoals hard maar flexibel rubber en de harmonica-snuit doen hun intrede in het normale wagenpark van bijna elke autofabrikant. Ook komt er een onderzoek naar betere spiegels, twee buitenspiegels om te beginnen, daarna een betere hoekvulling door de ronding in de spiegels. Deze verbeteringen werden niet allemaal vrijwillig uitgevoerd, door de verplichtingen werd er wel geïnvesteerd in onderzoek en optimalisatie. En om de uitgaven te recupereren werden deze verbeteringen daarna grootschalig toegepast. Ook de zuinigere auto’s komen uit het brein van de ingenieurs die aan de prototypes werken van de F1. Zij hebben de budgetten en besparen op gewicht en geld is een must terwijl winnen voor hen een prioriteit is. Als dat dan het milieu ten goede komt, laten we die stallions dan maar even wat toertjes draaien, er zijn nog zoveel andere gekken dingen op deze wereld die een verspilling zijn van energie, en dit niet alleen materiële…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten