woensdag 25 juli 2012

Moet er geen zand zijn?


Het zeetje. Kilometers en uren staan we in de file als het zonnetje van Deboosere mag schijnen. Als ik de oude postkaarten bekijk met groeten uit Den Haan denk ik nostalgisch aan ons moemoeke en ons cabinneke op het strand. Ze zette een badmuts op als ze ging pootjebaden. Ze sleurden met een grote zak vol pondekes en we maakten mooie papieren bloemen. Op het strand, nu 45 jaar geleden, is er niet veel verandert. Er zitten nog steeds moemoekes met kleinkinderen en hun zandtaartjes. Dat de tijd op de plage is blijven stilstaan, is maar schijn (en niet altijd van de zon). 

Onze kust is 67 kilometer kort, maar krachtig. Een levensader voor het Belgische toerisme, de economie en de ecologie. Onze kust is anders dan de Franse of de Nederlandse. We hebben zo ons eigen zee-karakter. De Franse en Nederlandse kunstlijn ligt meer zeewaarts terwijl de Vlaamse kust het land inspringt. Eeuwen geleden was dat anders. Toen lag de kust kilometers ver de zee in. 

De inspringende kustlijn maakt dat onze kustwateren relatief ondiep zijn in vergelijking met die van Nederland en Frankrijk. Hierdoor worden er eilandjes en ondieptes gevormd, wat in Nederland niet het geval is. België kan daarom een scenario uittekenen om land te winnen van de zee, het 2100 perspectief, oftewel de Vlaamse Baaien.  




Toen Dubai een eiland bouwde voor zijn kust, werkten er Belgische bedrijven en ingenieurs aan mee. Wat zij kunnen, kunnen wij ook, we moeten niet eens zand en know-how importeren, moest de Vlaamse Regering gedacht hebben en alzo werd het project Vlaamse Baaien geboren. Dit project steunt op vier pijlers: veiligheid, natuur, duurzaamheid en economie. Dit project is geen fancy ideetje van enkele Vlaamse sjeiks, het is een pure noodzaak om onze kustlijn en het achterland te beveiligen. De zeespiegel stijgt vlugger dan verwacht. De klimaatsvoorspellingen op langere termijn voorspellen meer tijslag en hogere golven. Om de Noordelijke kustlijn van Europa te beveiligen, stelde Europa richtlijnen op. In België is er een beveiligde waterkering van 8m TAW*, in Nederland ligt deze (NAP)* 2.33 m hoger. Dit zorgt voor een veiligheid voor een superstorm in de grote van eens om de 10.000 jaar. Alleen in Zeeland ligt de norm op 1 per 4000 jaar.

Peilen voor Oostende*De Tweede Algemeen Waterpassing (TAW) is een referentiehoogte waartegenover hoogtemetingen in België worden uitgedrukt. Een 0m TAW is een hoogte gelijk aan de zeespiegel bij laagwater in Oostende. De TAW werd waargenomen tussen 1947 en 1968 en wordt beheerd door het Nationaal Geografisch Instituut. In Nederland is dat het NAP, Normaal Amsterdams Peil en dit ligt 2.33 m hoger dan het TAW (Belgische norm). -WIKIPEDIA-


De veiligheid in het plan Vlaamse Baaien is gelinkt aan de andere pijlers: economie, ecologie en natuurschoon. Men wil vooral een flexibele bescherming bouwen en daarom dacht men aan de eigen wapens van de zee te gebruiken: het zand. Als men het strand langer maakt en opspuit, de zandbanken voor de kust verhoogd, krijgt men een natuurlijke dijk tegen het oprukkende water. Dit zal men doen met verhard of met fijn zand, naargelang de omstandigheden dit vereisen. Hierdoor zal men nieuwe natuurgebieden creëren en vooral de vogeltrekroutes en het marineleven een nieuwe adem geven. De stranden zullen ruimer worden waardoor het toerisme en recreatie nieuwe mogelijkheden krijgen en de vaargeulen naar de havens toe, zullen dieper worden. De Belgische kustlijn zal  vooroevers, platen en eilanden krijgen. Deze plannen zullen vooral uitgewerkt worden tussen Oostende en De Panne. In 2100 zullen onze kleinkinderen op het strand van De Panne tot Londen, nostalgisch terugdenken aan het kleine strandje van nu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten