Op zijn 25ste had Gerard Abboud een vrij interessant leven: een universitaire titel, industriële ingenieur, een veelbelovende job bij een multinational, economische ruggensteun van zijn familie, reizen naar waar hij maar wilde, en toch wist hij dat er iets ontbrak. Nu 66 jaar weet hij wat het was. Hij bracht het ver met de vraag : "Wat mankeer ik nog?" De eerste stap naar zijn zoektocht bracht hem in de Verenigde Staten, het land van 'hebal-weetal' dacht hij. Daarna trok hij naar Engeland, hij kocht een auto in Duitsland en reed ermee naar Afrika. Hij zette zijn zoektocht verder en kwam ergens in Indië uit. Daar begon eindelijk iets te dagen. Hij trok zich terug in het budisme en eindigde als persoonlijke vertaler van de Dalai Lama.
Abboud woont nu in Argentinië en gaat daar waar de Dalai Lama hem nodig heeft in het Spaans. Hij leerde de Dalai Lama kennen in 1972. Hij schenkt ons een tasje Turkse koffie uit in zijn living in Belgrano. "Mijn ouders zijn van Syrië en orthodoxe christenen. Toen we naar Argentinië kwamen wonen, heeft mijn familie zich laten omdopen tot het katholieke geloof. Ik werd op 4 jarige leeftijd gedoopt. Toen ik de universiteit verliet, was ik een overtuigde agnost, een alles-beter-zelf-wetende believer. Agnosten kunnen geen dogma's aan, zij zijn areligieus en toch weten ze dat ze niet weten wat er is. De leegte die ik hierdoor voelde, moest ik opvullen, ik moest veranderen van levenswijze." Hij reisde naar het Noorden van Afrika en reed verder tot in Afghanistan waar hij kennis maakte met het budisme. Hij las op dat ogenblik het boek van de Russische filosoof Piotr Ouspenski. Toen besloot hij om naar Indië te gaan. "Het was in de jaren '60 en dat was toen in de mode. Indie was het spirituele land van de wereld." Hij bleef 14 in Nepal wonen. "In het begin vluchtte ik echt in het budisme, een wanhoopsdaad om die vretende leegte in mezelf te vullen, maar het spectisime van een ingenieur won het op de twijfel. Ik leerde de Tibetaanse taal om me met iets bezig te houden en toen werd ik toegelaten in het klooster zelf. Ik mediteerde toen 12 uur per dag."
Hij werd vertaler van de toeristen die het klooster bezochten, Engels, Spaans & Frans was geen probleem voor hem. Toen hij voor dit vertalingswerk in 1983 terug naar Buenos Aires kwam, ontmoette hij de liefde van zijn leven, Juana Loizaga, de organisatrice van het buddistische evenement. Met twee lama's richtte hij in Buenos Aires de Tibetaanse tempel op die nu reeds 25 jaar werkzaam is. Hij heeft er nooit spijt van gehad zijn ingenieurscarriere te hebben laten schieten. Toen de Dalai Lama voor het eerst naar Argentinië kwam in 1992, werd hij zijn officiële vertaler. "Dat houdt een grote verantwoordelijkheid in, de Dalai spreekt heel vlug en elk woord dat hij zegt is belangrijk en heeft zijn betekenis, en zelfs een dubbele betekenis. Hij gaf me al zijn vertrouwen en ik paste me vlug aan zijn ritme aan. Door mijn meditatieve kennis, kan ik mijn hoofd leegmaken en enkel zijn woorden een plaats geven. Je moet het eens proberen, je zal zien dat ook jij alles aankan met een beetje meditatie." Hij lacht vriendelijk en rustig en schenkt ons nog een Turks koffietje in.
Abboud woont nu in Argentinië en gaat daar waar de Dalai Lama hem nodig heeft in het Spaans. Hij leerde de Dalai Lama kennen in 1972. Hij schenkt ons een tasje Turkse koffie uit in zijn living in Belgrano. "Mijn ouders zijn van Syrië en orthodoxe christenen. Toen we naar Argentinië kwamen wonen, heeft mijn familie zich laten omdopen tot het katholieke geloof. Ik werd op 4 jarige leeftijd gedoopt. Toen ik de universiteit verliet, was ik een overtuigde agnost, een alles-beter-zelf-wetende believer. Agnosten kunnen geen dogma's aan, zij zijn areligieus en toch weten ze dat ze niet weten wat er is. De leegte die ik hierdoor voelde, moest ik opvullen, ik moest veranderen van levenswijze." Hij reisde naar het Noorden van Afrika en reed verder tot in Afghanistan waar hij kennis maakte met het budisme. Hij las op dat ogenblik het boek van de Russische filosoof Piotr Ouspenski. Toen besloot hij om naar Indië te gaan. "Het was in de jaren '60 en dat was toen in de mode. Indie was het spirituele land van de wereld." Hij bleef 14 in Nepal wonen. "In het begin vluchtte ik echt in het budisme, een wanhoopsdaad om die vretende leegte in mezelf te vullen, maar het spectisime van een ingenieur won het op de twijfel. Ik leerde de Tibetaanse taal om me met iets bezig te houden en toen werd ik toegelaten in het klooster zelf. Ik mediteerde toen 12 uur per dag."
Hij werd vertaler van de toeristen die het klooster bezochten, Engels, Spaans & Frans was geen probleem voor hem. Toen hij voor dit vertalingswerk in 1983 terug naar Buenos Aires kwam, ontmoette hij de liefde van zijn leven, Juana Loizaga, de organisatrice van het buddistische evenement. Met twee lama's richtte hij in Buenos Aires de Tibetaanse tempel op die nu reeds 25 jaar werkzaam is. Hij heeft er nooit spijt van gehad zijn ingenieurscarriere te hebben laten schieten. Toen de Dalai Lama voor het eerst naar Argentinië kwam in 1992, werd hij zijn officiële vertaler. "Dat houdt een grote verantwoordelijkheid in, de Dalai spreekt heel vlug en elk woord dat hij zegt is belangrijk en heeft zijn betekenis, en zelfs een dubbele betekenis. Hij gaf me al zijn vertrouwen en ik paste me vlug aan zijn ritme aan. Door mijn meditatieve kennis, kan ik mijn hoofd leegmaken en enkel zijn woorden een plaats geven. Je moet het eens proberen, je zal zien dat ook jij alles aankan met een beetje meditatie." Hij lacht vriendelijk en rustig en schenkt ons nog een Turks koffietje in.
bron: Clarin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten