De educatieve geschiedenis van Bolivia is nauw verbonden met België. In 1899 wilde de toenmalige Boliviaanse regering het onderwijs uitbreiden. Een groot deel van deze hervorming staan op naam van Georges Rouma, een Belg, die door de impact op de samenleving van Bolivia, gecatalogeerd wordt als echte Boliviaan. Rouma werd in 1881 in Brussel geboren, waar hij afstudeerde als antropoloog en pedagoog. Zijn naam is terug te vinden in Belgische onderwijsprojecten rond de eeuwwisseling. Hij werkte onder andere samen met Dr. Ovide Decroly in het vastleggen van het buitengewoon onderwijs voor mentaal achtergestelde kinderen. In 1909 kreeg hij een verzoek van de toenmalige Boliviaanse regering om het onderwijs in dat land op punt te stellen.
Hij werd benaderd door Daniel Sánchez de Bustamante, rector van de universiteit van La Paz en recent benoemd tot
Minister van Onderwijs van Bolivia.
Voor de liberale regering,
die aan de macht was gekomen met de hulp van indianenleider Pablo Zarate was het Algemeen Onderwijs een belangrijk programmapunt. Georges Rouma kwam niet alleen naar Bolivia maar werd vergezeld door een 24
medewerkers (het zogenaamde comité Belga). Hij kwam in 1909 aan in Bolivia, zonder eigenlijk goed te weten waar
hij terecht was gekomen en zonder enige kennis van het Spaans. In
dat zelfde jaar ondertekende hij een contract van 4 jaar met de Boliviaanse
regering en stichtte de eerste Normaalschool van het land. Niet
alleen door de strikte richtlijnen van de Boliviaanse regering, ook door zijn
inzicht als antropoloog zag hij dat het Belgische model niet van toepassing
was. Zijn enige houvast waren een paar universele principes van de pedagogie,
die hij in een eclectisch leerplan verbond met de Boliviaanse opvoeding en
cultuur. “Het onderwijs moet georganiseerd worden vanuit Bolivia en voor Bolivia,” zei Rouma, die al snel door had dat hij niet
ver zou geraken met zijn ervaringen uit het Belgisch onderwijssysteem. “Om een
onderwijssysteem uit te bouwen, moet men het land kennen, net als zijn
geografie, zijn geschiedenis en zijn verschillende culturen.”
Dit ging niet van een leien dakje. Het niveau van het onderwijs stond
heel laag, het budget was pover en de administratie was er een bewijs
van de wet der traagheid maar dit weerhield Georges er niet van om door
te bijten. Na drie maanden beheerste hij voldoende Spaans om zich als
directeur van de Normaalschool te laten gelden. Rouma ging met de eerste resultaten naar de Regering en het Parlement in La Paz om hen ervan te overtuigen dat een groter budget hen geen geld zou kosten, maar een economische meerwaarde zou geven. Zowel de toenmalige president, Villazon, als het parlement hadden hier wel oren naar. Hij profiteerde van zijn verblijf in La Paz om verschillende pedagogische seminaries te geven, zodat hij bij de terugkeer in Sucre genoeg fondsen had om zijn nieuwe initiatieven te realiseren. In 1910 stichtte hij de Sociedad Nacional de Educacion de Bolivia. In de schoolvakantie van 1911 organiseerde hij met enkele leerlingen van de Normaalschool een pedagogische en antropologische stage doorheen heel het land. Tijdens deze missie stelden hij en zijn medewerkers een lijst op van alle onderwijs moeilijkheden per streek. Dit resulteerde in het eerste Liceo de Señoritas van Sucre, in 1912. Een jaar later, maakte hij één van zijn afgestuurde leerlingen directeur van de Normaalschool en richtte zijn volledige aandacht op het hele onderwijssysteem van Bolivia en werd directeur-generaal van de Nationale dienst voor het Lager- Secundair onderwijs en Normaalschool. Tijdens zijn dienstjaren werd er een verschil gemaakt tussen de lerarenopleiding voor het onderwijs in de steden en op het platteland. Rouma vatte zijn pedagogische conclusies samen in een lijstje waarvan de belangrijkste punten waren: Het Boliviaans onderwijs moet pragmatisch zijn en utilitair, wetenschappelijk onderbouwd, actief, m.a.w. de leerlingen moeten deelnemen aan de klassen, de scheiding tussen jongens en meisjes moet overstegen worden, net als het verschil tussen school en gezin en het onderwijs moet in de lekensfeer blijven, zonder inmenging van de kerk.
In 1917 had men in Bolivia een veelzijdig onderwijs op gebied van Kunst, Wetenschap en Administratie. Als Directeur-Generaal bleef hij niet achter zijn bureau zitten. Rouma reisde heel het land af om de projecten bij te sturen en te controleren. Toen zijn contract met de regering van Bolivia was afgelopen, trok hij zich terug in Sucre om zich toe te leggen op onderzoek en om te schrijven. Zijn pedagogische boeken werden ook elders gelezen. Zo kwam Cuba hem op het spoor. Hij accepteerde hun voorstel en werkte jaren aan het Cubaanse Ministerie van Onderwijs. In de jaren ’70 stierf hij in Brussel, zijn geboortestad, na een actief en vruchtbaar leven. In België mag hij dan vergeten zijn, in Bolivia herdenkt men deze onvermoeibare man elk jaar op de 'dag van de leraar'. Hij veranderde niet alleen het leven op de schoolbanken, ook drukte hij een stempel op de Boliviaanse samenleving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten