woensdag 20 maart 2013

Nieuwe regels, nieuwe motors

MX11 euro6 Daf motor
Daf komt met een nieuwe motor op de proppen. Een MX11-Euro6 motor. Deze MX11 (11liter motor), zal gebruikt worden in de CF-trucks. Men wist dat DAF werkte aan een vernieuwde motor voor zijn nieuwe CF's trucks. Men ging er van uit dat het een opgepoetste 9 liter motor zou zijn. Het werd dus een totale vernieuwing.
De ingenieurs kregen een wit blad voorgeschoteld en begonnen van nul. Hierdoor kwam een lichter, compactere en zuinigere motor uit de bus met een groot vermogen, 410, tot 440 pk. De zwaardere trucks van DAF zullen uitgerust worden met deze krachtbom, vooral het bulkvervoer zal geïnteresseerd zijn, volgens Luc Serrien van DAF Trucks België.
De MX11 zal een goede keuze zijn voor zwaar verkeer op vlakke wegen. De nieuwe motor is vooral ontworpen om binnen de Europese normen te blijven, buiten Europa zal de zwaardere 9 liter motor van voorheen nog gebruikt worden.
De Europese Unie (EU) legt strengere grenswaarden op voor vervuilende emissies van lichte voertuigen, met name wat de emissies van deeltjes en stikstofoxiden betreft. Om de vervuiling door voertuigen te beperken, legt deze verordening gemeenschappelijke eisen op inzake de emissies van motorvoertuigen en hun vervangingsonderdelen (Euro 5- en Euro 6-normen).



De verordening heeft betrekking op voertuigen van de categorieën M1, M2, N1 en N2 met een referentiemassa van maximum 2 610 kg. Dit zijn, onder meer, personenauto's, bestelwagens en bedrijfsvoertuigen voor het vervoer van personen of goederen of voor bepaalde bijzondere toepassingen (bv. ambulances). Deze voertuigen kunnen zijn uitgerust met motoren met elektrische ontsteking (motoren op benzine, aardgas of LPG) of motoren met compressieontsteking (dieselmotoren).
De bovenvermelde voertuigen vallen de facto onder de verordening, maar een fabrikant kan ook vragen om typegoedkeuringen die krachtens deze verordening afgegeven worden, uit te breiden tot voertuigen voor het vervoer van personen of goederen, met een referentiemassa tussen 2 610 en 2 840 kg.
Om de negatieve invloed van voertuigen op het milieu en de gezondheid zoveel mogelijk te beperken, heeft de verordening betrekking op een breed gamma aan vervuilende emissies: koolstofmonoxide (CO), niet-methaan-koolwaterstoffen en totale koolwaterstoffen, stikstofoxiden (NOx) en deeltjes (PM). Zowel de uitlaatemissies, de verdampingsemissies als de motorcarteremissies worden in aanmerking genomen.
Emissiegrenswaarden
Er bestaan emissiegrenswaarden voor elke categorie vervuilende emissies en voor de verschillende types bovenvermelde voertuigen. Deze grenswaarden zijn vermeld in bijlage I bij de verordening.
Euro 5-norm
Emissies van dieselvoertuigen:
  • koolstofmonoxide: 500 mg/km;
  • deeltjes: 5 mg/km (een verlaging met 80 % in vergelijking met de Euro 4-norm);
  • stikstofoxiden (NOx): 180 mg/km (een verlaging met meer dan 20 % in vergelijking met de Euro 4-norm);
  • gecombineerde emissies van koolwaterstoffen en stikstofoxiden: 230 mg/km.
Emissies van voertuigen op benzine, aardgas of LPG:
  • koolstofmonoxide: 1 000 mg/km;
  • niet-methaan-koolwaterstoffen: 68 mg/km;
  • totale koolwaterstoffen: 100 mg/km;
  • stikstofoxiden (NOx): 60 mg/km (een verlaging met 25 % in vergelijking met de Euro 4-norm);
  • deeltjes (alleen voor voertuigen met directe injectie die op een arm mengsel draaien): 5 mg/km (nieuwe grenswaarde die niet bestond in de Euro 4-norm).
Voor bestelwagens en andere lichte bedrijfsvoertuigen voor het vervoer van goederen voorziet de verordening in drie categorieën emissiegrenswaarden, naar gelang van de referentiemassa van het voertuig: minder dan 1 305 kg, tussen 1 305 et 1 760 kg, meer dan 1 760 kg. De grenswaarden voor deze laatste categorie gelden eveneens voor voertuigen voor goederenvervoer (categorie N2).
Euro 6-norm
Vanaf de inwerkingtreding van de Euro 6-norm moeten de stikstofoxide-emissies van alle voertuigen met dieselmotor sterk dalen. De emissies van auto's en andere voertuigen worden bijvoorbeeld beperkt tot 80 mg/km (een aanvullende verlaging met meer dan 50 % in vergelijking met de Euro 5-norm). De gecombineerde emissies van koolwaterstoffen en stikstofoxiden van dieselvoertuigen worden eveneens beperkt, bijvoorbeeld tot 170 mg/km voor auto's en andere voertuigen.
Toepassing van de normen
Vanaf de inwerkingtreding van de Euro 5- en Euro 6-normen moeten de lidstaten de typegoedkeuring, de inschrijving, de verkoop en de ingebruikname van voertuigen die niet aan de emissiegrenswaarden voldoen, weigeren. Met betrekking tot voertuigen voor goederenvervoer (categorie N1, klassen II en III, en categorie N2) en voertuigen voor specifieke sociale behoeften is voorzien in een aanvullende termijn van telkens één jaar. Het tijdschema ziet er dus als volgt uit:
  • de Euro 5-norm is van toepassing sinds 1 september 2009 voor de typegoedkeuring en zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2011 voor de inschrijving en de verkoop van nieuwe voertuigtypen;
  • de Euro 6-norm is van toepassing vanaf 1 september 2014 voor de typegoedkeuring en vanaf 1 september 2015 voor de inschrijving en de verkoop van nieuwe voertuigtypen.
De lidstaten mogen fiscale stimulansen toekennen om fabrikanten aan te moedigen te anticiperen op nieuwe grenswaarden, voor zover:
  • deze gelden voor alle nieuwe voertuigen die in die lidstaat in de handel worden gebracht en die vooruitlopen op de grenswaarden van het huidige reglement;
  • deze worden stopgezet zodra de betreffende grenswaarden van toepassing worden;
  • ze, voor elk type motorvoertuig, niet meer bedragen dan de extra kosten die worden veroorzaakt door de technische installaties welke moeten worden geïnstalleerd om aan de vastgestelde waarden te voldoen en door de installatie daarvan in de voertuigen.
Andere verplichtingen van de fabrikanten
De fabrikanten moeten niet alleen de bovenvermelde emissiegrenswaarden in acht nemen, ze moeten ook de duurzaamheid van de emissiecontrolevoorzieningen garanderen gedurende ten minste 160 000 km. Bovendien moet gedurende vijf jaar of 100 000 km worden gecontroleerd of voertuigen die in gebruik zijn aan de eisen voldoen.
De Commissie stelt voor de volgende elementen procedures, tests en specifieke eisen vast:
  • uitlaatemissies, met inbegrip van testcycli, emissies bij lage omgevingstemperatuur, emissies bij stationair toerental, rookopaciteit en de correcte werking en regeneratie van de nabehandelingssystemen;
  • verdampingsemissies en motorcarteremissies;
  • boorddiagnosesystemen en de overeenstemming van in gebruik zijnde emissiebeheersingssystemen;
  • de duurzaamheid van emissiebeheersingssystemen, vervangende emissiebeheersingssystemen, de overeenstemming van in gebruik zijnde voertuigen, de overeenstemming van de productie en de technische controle;
  • koolstofdioxide-emissies en brandstofverbruik;
  • hybridevoertuigen;
  • de uitbreiding van typegoedkeuringen en de vereisten voor kleine fabrikanten;
  • vereisten voor testapparatuur;
  • referentiebrandstoffen zoals benzine, diesel, gasvormige brandstoffen en biobrandstoffen;
  • meting van het motorvermogen.
Gemakkelijke en duidelijke toegang tot informatie over de reparatie en het onderhoud van de voertuigen is van essentieel belang om vrije mededinging op de interne markt voor informatie- en reparatiediensten te garanderen. Daarom moeten de fabrikanten garanderen dat onafhankelijke exploitanten op gemakkelijke, onbeperkte en gestandaardiseerde wijze (waarbij met name de OASIS-norm moet worden nageleefd) toegang krijgen via internet tot de informatie die betrekking heeft op de reparatie en het onderhoud van de voertuigen, zonder onderscheid tussen erkende handelaars en officiële reparatiebedrijven. Deze verplichting heeft betrekking op de boorddiagnosesystemen en hun onderdelen, diagnoseapparatuur, testapparatuur en standaard arbeidseenheden of tijdvakken voor reparatie- en onderhoudstaken. De fabrikanten mogen een redelijke en evenredige vergoeding vragen voor de toegang tot deze informatie. Onafhankelijke reparateurs hebben echter kosteloos en onder dezelfde voorwaarden als erkende dealers en reparateurs toegang tot de informatie.
Voertuigfabrikanten moeten voorts de reparatie- en onderhoudsinformatie van de voertuigen alsook de informatie over de transactiediensten ter beschikking stellen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten