zaterdag 28 juli 2012

Was Lehman Brothers, Lehman Sisters...

De laatste 12 maanden zien we dat vrouwen hoge plaatsen innemen op economisch en politiek vlak. We zien Lagarde op de zetel van het FMI. Het grote Braziliaans petroleumbedrijf, Petrobras, wordt gerund door Maria das Gracas Foster sinds 2011 en bij IBM kregen ze in januari 2012 voor het eerst in 100 jaar een vrouw aan het stuur met de naam Ginni, Virginia Rometty, om er maar een paar te noemen. Vrouwelijke presidenten zijn ook geen aardigheidje meer, in Argentinië zit Cristina Fernandez op de troon, in Brazilië, Australië, Thailand, Duitsland en Ijsland zijn het ook vrouwen die de hoogste leidinggevende functie van het land bezetten. 1 op 5 senior managers globaal gezien zijn vrouwen, het zakenleven in Rusland, Botswana, de Filipijnen en Thailand is in handen van vrouwen.

Waarom al die aandacht voor vrouwen op hoge posten? Het Internationaal Zakenrapport (IBR) maakte er een grondige studie over en geeft een paar van de belangrijkste redenen aan.


  • Ongeveer 1 op 2 mensen op deze aarde zijn vrouwen. Toch staan er maar 1/5 vrouwen aan de top in het zakenleven en dit cijfer is sinds 2004 niet gestegen. 
  • Studies wijzen uit dat een overwegende mannelijke directietafel remmend werkt voor de economische groei. Dit wijst op een tegenstrijdigheid in de maatschappelijke ontwikkeling van onze planeet. Aan de ene kant zijn kinderen nog steeds een vrouwelijke aangelegenheid, terwijl ook de economie en het management meer en meer verlangen naar een vrouwelijke touch. Dat deze niet echt doordringt, is nadelig voor de economische groei. 
  • Bedrijven die een evenwicht hebben tussen mannen en vrouwen aan de directietafel, zijn stabieler of groeien meer op de stock market. Het is zelfs zo dat in bedrijven waar er meer vrouwen dan mannen de leiding hebben, deze 66% meer return van kapitaal geven dan concurrerende bedrijven met overwegend mannen aan de top. Ook zijn meer vrouwelijkere bedrijven makkelijker in het aannemen van een audit en gebeurt de controle van het bedrijf met meer aandacht. 

U moet de redactie niet vragen of dat wel allemaal waar is, wij weten en ondervinden dat elke dag tijdens onze vergaderingen rond de Nepresso. Onze mannen in het team luisteren graag naar de vrouwen en brengen gewillig een koffietje als zij weer met briljante ideeën naar voor komen.

Dit ter zijde, we moeten ons richten op de rest van de wereld en het microklimaat laten voor wat het is, het zou misschien alleen een uitzondering kunnen zijn. Het IBR schrijft in zijn rapport dat dat niet zo is. De invloed van vrouwen op het management en de strategie van een bedrijf werkt positief. Een recent onderzoek van de universiteit van Leeds wijst uit dat 1 vrouw 'on board' ervoor zorgt dat het bedrijf niet zo makkelijk uit handen wordt gegeven, meer standvastig is, en dit zelfs met een verschil van 20%.

Grote demografische verschillen.

In Rusland, Botswana, de Filipijnen en Thailand ligt het zakenleven overwegend in handen van vrouwen, terwijl in Duitsland, Japan en Indië er de minste vrouwen aan de bedrijfstop staan. Minder dan 1/10 bedrijven hebben een vrouwelijke CEO, terwijl vrouwen wel overwegend aanwezig zijn op hogere de financiele posten en bij de personeelsdienst (HR). Zij stromen dus niet door.
Als we de wereldmap bekijken, zien we dat de snelgroeiende landen (BRIC) en de ontwikkelingslanden een hoog % hebben van vrouwen aan de top. Noord-Amerika 18%, terwijl we in Zuid-Amerika zien dat we daar 22% halen ; China: 25%, Turkije 35% terwijl we in Europa door een inhaal beweging en nieuwe wetten voor een quota amper 24% halen ; in Azie 35% terwijl Japan maar 5% haalt.

Waarom die grote verschillen?
Aan de flexibiliteit van de werkuren ligt het niet, ondervond het rapport van het IBR. De industrielanden hebben glijdende uren, meer sociaal- en bevallingsverlof, zelfs voor mannen.
Julia Adano, een van de onderzoekers van Grant Thornton IBR zegt dat de invulling van vrouwen aan de top de laatste jaren een prioriteit is in Europa, iets wat bijvoorbeeld in Argentinië niet zo is, omdat het probleem zich hier bijna niet voordoet. De vrouwen in Europa profiteren van positieve discriminatie, wat ook niet altijd bevorderlijk is. Moeten we toegeven dat de samenleving in Europa meer macho is dan in Zuid-Amerika? Werkt het lange bevallingsverlof niet echt om vrouwen te laten doorgroeien, bevordert de borstvoedingsvakantie voor papa's niet echt in het voordeel van de positie van de vrouw in onze maatschappij?
Een andere reden van het hogere doorgestroomde vrouwen in ontwikkelingslanden, is de rol van de familie, schrijft IBR. In de geïndustrialiseerde landen, vooral Europa, hebben we opa's en oma's met een hoge levensstandaard en veel hobby's. Vooral Duitsland kampt met veel te weinig plaats voor kinderopvang. België daarentegen is Europees gezien een paradijs.

Positieve discriminatie

Vele landen, vooral in Europa, hebben nu wettelijk vastgesteld dat er een vrouwelijk quota moet zijn in de economische activiteiten en dat de proportie van vrouwen in het kader gelijk zou moeten zijn aan mannen. Zij blijft nog wel altijd een vreemde eend in de bijt. België kreeg onlangs een vrouw aan het hoofd van de politie en deze werd langs alle kanten doorgelicht, weken stond ze centraal in de media. Ook het loon ligt nog steeds lager voor mannen dan voor vrouwen, waardoor de man makkelijk op zijn positie blijft zitten als belangrijkste loontrekker van een gezin. De angst van het BRI is dat de doorstroming van vrouwen naar de top nog steeds geremd wordt door een hoop vooroordelen. In de subtop zijn vrouwen goed vertegenwoordigd, maar daar stopt het dan. Het fabeltje dat vrouwen aan de top gefrustreerd zijn, kan dan wel eens kloppen, als ze de man onder haar naar de directietafel ziet glijden, terwijl zij daar eigenlijk had moeten zitten.In Nederland is het vanaf 2016 verplicht om minimum 30% vrouwen te hebben in de raad van bestuur of van commissarissen. Dat wil zeggen dat we tegen dan vrouwen moeten hebben die opgeleid zijn om dit werk te doen. Met de bedrijfspolitiek van tegenwoordig, kan dat wel eens een probleem geven.
Christine Lagarde, hoofd van het FMI, zei dat 'moest Lehman Brothers Lehman Sisters geweest zijn, de crisis van vandaag er anders zou hebben uitgezien." Ook Nicola Horlick, financiele investeerder in 'the City' (financieel hart van Londen) zei: "Vrouwen zakken niet graag af naar the City, maar als ze dat wel gedaan hadden, zouden we nu niet met zoveel problemen zitten."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten