donderdag 12 april 2012

Bolli, Billi en Jeroen Meus

Wie kent er nog de strips van Bolli en Billi, de vrolijke jongen met zijn cocker spaniel? Als echte strip fanaat kon je deze strips van Jean Roba verslijten tot op de draad. De enkel pagina gags werden gespekt met verborgen boodschappen. De levende schilderijtjes aan de muur en de kleine verdoken accesoirs waren vaak een gage op zichzelf. Deze vindingrijke details zijn weggelegd voor genien. De meesterkok van het scherm dezer dagen, Jeroen Meus, verbergt in zijn boeken ook leuke details die een verhaal op zich hebben. Enkel echte striplezers ontdekken dit. Jeroen doorspekt de fotos van zijn boeken met persoonlijke boodschappen. In het derde deel vindt je aanwijzingen naar zijn kinderen, zelfs dat er eentje op komst is. Ook de onopvallende verwijzing naar het Belgische bier Stella, valt als enige zichtbaar merk op. In deel twee vinden we dan weer een andere Jeroen terug. In het tweede deel komen zijn TV-koks collegas aan de beurt. Deze vorm van verdoken informatie komt voort uit de miniatuurkunst uit de boekkunst dat door de monnikschrijvers werd gebruikt. Zij verwerkten in de miniatuurtekening aan het begin van een tekst, niet alleen de korte inhoud van de geschreven tekst, maar ook randinformatie voor geoefende kijkers.
Boekverluchting is de kunst of het ambacht die zich bezighield met de illustratie en de versiering van middeleeuwse handschriften en andere documenten. Naast de het voornaamste doel om de lezer meer in te lichten over de tekst, werden al gauw andere boodschappen binnengesmokkeld. Monikken die boeken kopieerden mochten niet hun naam op het manuscript schrijven. Zij werkten immers voor God en geloof, niet voor eigen glorie. Toch hebben grote miniatuuristen hun handelsmerk achtergelaten in de randverluchting van de boeken. Ook vulden ze de teksten aan met actuele gebeurtenissen. Soms werden zelfs de klant waarvoor het boek gekopieerd werd, verwerkt in de bladverluchting. Zijn portret werd dan
ingelast, of voorwerpen die men vond in zijn leefruimte, aanwijzingen van zijn beroep. Zij lieten op de wapenschilden ruimte open voor heraldische of andere eigendomsmerken van de koper, of schetsten figuren, waar dan een portret van de eigenaar en/of zijn vrouw en hun patroonheiligen 'ingevuld' konden worden, of desnoods toegevoegd op afzonderlijke vellen. Zo werd ook in manuscripten die een nieuwe eigenaar kregen de heraldiek aangepast (Alexander 1971). Na de dood van Lodewijk van Gruuthuse kwam het grootste deel van zijn bibliotheek in handen van de Franse koning Lodewijk XII. Deze liet het wapenschild van Gruuthuse overschilderen en vervangen door de drie gouden lelies op azuren veld van het huis van Valois. Gruuthuses devies Plus est en vous Er steekt meer in u) werd met een dekkende verflaag zoveel mogelijk onzichtbaar gemaakt. Maar zijn persoonlijk kenteken, een mortier die een kanonskogel afvuurt, liet men meestal staan om de randversiering niet te verstoren. Zo zijn een aantal handschriften uit de Parijse [Bibliothèque Nationale] nog te herkennen als herkomstig van Gruuthuse (Smeyers 1998: 404, Huizinga 1997: 73). En deze traditie zet Jeroen Meus verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten