zondag 13 maart 2011

China keurt begroting goed

China is een volksrepubliek, de regeringsvorm lijkt sterk op het communisme. De staatsmacht is verdeeld in drie: de partij, de staat en het leger. Het nationale parlement van China, het nationaal volkscongres, telt 3.000 leden. Zij worden om de 5 jaar verkozen en het congres komt minstens 1 keer per jaar samen. Dit volkscongres ziet toe op de navolging van de grondwet, het moet zijn goedkeuring geven aan het economische beleid van de regering en hiervoor moet er jaarlijks een staatsbegroting voorgelegd worden die moet goedgekeurd worden.

Dit volkscongres heeft na 10 dagen van debat de begroting van de volgende 5 jaar goedgekeurd. De belangrijkste uitdaging van deze begroting is de sociale ongelijkheid wegwerken. Volgens premier Wen Jiabao worden de volgende vijf jaar gekenmerkt door de economische transformatie van het land. Het 5 jarenplan hoopt op een economische groei van 7% op jaarbasis, dat is minder dan de 10.3% van vorig jaar. De prioriteit is om de inflatie in het land onder controle te krijgen.  (belga/vsv)
Verder sprak China over de internationale crisis.Ondanks de schuldencrisis die enkele landen in de eurozone getroffen heeft, behoudt China het vertrouwen in de muntunie. Peking wil ook de Europese landen in nood helpen. "We kijken met veel vertrouwen naar de eurozone", dixit de Chinese centrale bankier Zhou Xiaochuan.

Hét negatieve fenomeen is de toenemende sociale ongelijkheid. Zowel binnen als buiten de communistische partij staat het centraal in de discussies en de bekommernissen. Het ‘marktsocialisme met Chinese karakteristieken’ impliceert dat ‘sommigen sneller welvarend worden dan anderen’. Globaal bewijst het economisch en sociaal zijn efficiëntie in de huidige situatie van China. Maar het produceert ook ongelijkheden die te groot zijn voor een regime dat zich beroept op het socialisme. De verhouding tussen het inkomen van de boeren en stedelingen verslechterde continu van 1985 tot 2003 en is sindsdien nauwelijks verbeterd… (5000 yuan per hoofd en per jaar op het platteland tegen 15000 yuan in de steden).
Op de lanen met grote winkelzaken lijken de Chinezen al vaak even welvarend als bij ons, maar...

... ook in Beijing is het voor velen thuis nog sober en benepen wonen.
Er groeit een te grote kloof tussen de arbeiders en bedienden en de laag nieuwe rijken. De Gini-coëfficiënt, die een algemene maat voor de ongelijkheid van inkomens weergeeft, is nu al hoger dan die van de Verenigde Staten. Een menselijk verhaaltje illustreert wat dat in de praktijk kan betekenen. We ontmoetten een jonge vrouw die na haar universitaire studies helemaal van uit het noordelijke Shenyang in de buurt van Hangzhou was komen wonen omdat daar werk te vinden is. Ze huurde een piepkleine kamer om zo veel mogelijk te kunnen sparen en zo haar neef en nicht te laten studeren. Ondertussen knoopte ze een relatie aan met jongen uit een nog zeer arm plattelandsgezin. Die wil dat ze elke yuan uitspaart om ook nog zoveel mogelijk aan zijn ouders te kunnen geven. Tegelijk wil zij af en toe nog iets voor zichzelf kunnen kopen. Daarom vroeg ze onlangs aan haar baas om te mogen beschikken over een hoekje in het bedrijf om daar te slapen en te eten. Achter de economische boom die je op de straten ziet, schuilt er vaak nog een verborgen zijde. Bij het buitenkomen uit huis wekken vele gewone mensen de indruk dat ze het bijna even goed hebben als wij in het Westen (kleding, gsm, ontspanning, voeding). Maar achter de schermen thuis is het afzien om de touwtjes aan elkaar te knopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten