Een wereldpremière bij Audi: de nieuwe A1.
De chique stadswagen die in Vorst van de band rolt, kreeg een facelift.
Voor het eerst in zijn geschiedenis gebruikt Audi kleine motoren met
maar drie cilinders. Ook de A6 en de compacte SUV Q3 gingen onder het
mes. De Q3 draagt nu een opvallend radiatorrooster dat het nieuwe
gezicht wordt van Audi’s Q-modellen. De nieuwe Q7 staat nog niet in
Brussel.
En bij Audi hebben we ook de TT. Alles is nieuw aan deze wagen. Van de aluminium
koetswerkpanelen tot het MQB-platform (gedeeld met de Audi A3, VW Golf,
Seat Leon, …) en het interieur dat geïnspireerd lijkt door de cockpit
van een ruimteschip. Kortom, de TT start helemaal opnieuw.
Over schoonheid valt te discussiëren
In de loop der generaties verloor de TT geleidelijk zijn sportieve en
wilde allures. De huidige generatie is hoekiger en heeft scherpe lijnen
die bij mij goed op het netvlies vallen, maar niet iedereen is unaniem.
Over smaken en kleuren …
Sciencefiction
De grote verandering zie je direct in het interieur. Het eerste wat
in het oog spring is … soberheid. De nette boordplank zonder
multimediascherm, de afwezigheid van tellers en het beperkte aantal
knoppen breken radicaal met de vorige TT. Maar waar zit die technologie
dan? Het volstaat om het contact in te schakelen en je krijgt het
antwoord.
Op dat moment laat de TT alles zien. De klassieke instrumenten vlogen
in de prullenmand en werden vervangen door een volledig digitale
cluster met navigatie door Google, weer- en nieuwsapplicaties, radio,
multimedia, … Het word geflankeerd door een toerenteller en een
snelheidsmeter die je naar wens kunt verkleinen. Het gigantische scherm
van 12,3 duim bedien je met knoppen op het stuurwiel en een centrale
draaiknop, aangevuld met een touchpad.
Goed idee?
Dat lijkt allemaal aantrekkelijk en zal liefhebbers van
spitstechnologie verheugen, maar de ergonomie staat niet op het hoogste
niveau. In het begin is het moeilijk om pakweg de navigatie te starten
of de instellingen van de auto aan te passen. De passagier kan niet
helpen, het scherm staat buiten zijn zicht. Een klein mobiel scherm in
het midden zou niet misstaan. We zien wel enkele goede ideeën zoals
knoppen van de klimaatregeling geïntegreerd in de (overigens zeer
stijlvolle) luchtroosters.
Sfeer
We kunnen moeilijk ongevoelig blijven voor dit interieur met
futuristische instrumenten en topafwerking. Er is ook echt sprake van
comfort dankzij de voortreffelijke zetels en de nagenoeg perfecte
rijpositie. Vergeet de plaatsen achterin, die dienen vooral om wat extra
bagage te plaatsen. De koffer is trouwens groot genoeg voor een weekend
met z’n tweetjes.
Hoe rijdt hij?
Onze dieselversie is niet de meest spetterende. Na vertrek vloekt het
gekletter van de motor toch wat met de sportieve lijn. Gelukkig bestaat
er een functie die zorgt voor een rauw geluid in het interieur tijdens
acceleraties. Het klinkt een beetje kunstmatig, maar maskeert het weinig
gracieuze gebrom.
Voor de rest niets dan lof: de 2.0 TDI is net als de meeste huidige
diesel heel soepel, geeft zijn koppel van 380 Nm al heel laag in de
toeren vrij en twijfelt niet om in de toeren te klimmen. Er zitten 184
paarden in de stal. Helaas is hij voorlopig alleen beschikbaar met
voorwielaandrijving en manuele versnellingsbak. Die schakelt nochtans
vrij van kritiek, met een nauwkeurige geleiding en goede spreiding van
de zes versnellingen.
Levendig
De vorige TT (in de versie met voorwielaandrijving) gaf ons een
uitstekende indruk qua weggedrag. De nieuwkomer ligt in dezelfde lijn:
stabiel in het spoor en levendig wanneer je in een bocht van het gas
gaat, met een beweeglijke achtertrein. Het blijft allemaal geleidelijk
en zal piloten-in-spe veel plezier doen. De grip is nog veel beter dan
vroeger. Ook goed nieuws is dat het comfort niet te lijden heeft onder
de wegkwaliteiten, de schokdemping is perfect voor lange afstanden.
Kortom, het is allemaal in orde.
Duur?
Met een prijs van 38.900 euro is de TT een duur speeltje, zeker omdat
de lange optielijst je bandrekening snel leegt. Maar die prijs wordt
deels gerechtvaardigd door de technologie, de prestaties en de
onberispelijke afwerking. Gelukkig is de TDI zuinig aan de pomp, met in
ons geval een gemiddeld verbruik van 6 l/100 km.
Conclusie
Natuurlijk zullen liefhebbers van technologie houden van de
instrumenten, al zou een tweede scherm de duidelijkheid en ergonomie ten
goede komen. De TT is een knap ontwerp; met finesse gebouwd en modern.
Gelukkig komen ook sportievelingen nog altijd aan hun trekken, dankzij
het leuke weggedrag en de motor vol vitamines.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten