vrijdag 20 april 2012

Argentinie en Spanje, oude rakkers in crime


De kranten in Europa staan er vol van. Argentinie nationaliseerde een half privebedrijf, YPF. Het gaat over een petroleumgroep dat voor 51 procent in handen was van REPSOL, een Spaanse multinational. Voor Europa is het onbegrijpbaar dat een comercieel contract verbroken wordt door de regering van een rechtstaat. De bilaterale betrekkingen tussen Europa en Argentinie werden verbroken. Spanje wil zijn investeringen in dat land herbekijken. Zij zijn dan ook de grootste internationale investeerders aldaar. Toch verdedigt Argentinie zijn beslissing. Deze verdediging krijgt weinig plaats in de Westerse kranten. De Argentijnse kabinetchef, Juan Manuel Abal, zegt dat de regering niet over een dag ijs is gegaan. Deze beslissing zat reeds lang in de pipeline. Er werd al maanden genegocieerd met Spanje en de groep REPSOL. De Argentijnse regering vroeg reeds lang aan het bedrijf om meer petroleum op te pompen, om vooral de schaarste in eigen land te dekken. Dit werd, volgens de regering, stelselmatig geweigerd. Het contract werd door REPSOL niet nageleefd. Zij voelden en actueerden boven de wet. Wat de Argentijnse regering deed, ligt in de lijn van wat er in andere petroleumlanden gebeurt in deze moeilijke energetische tijden. Zij konden niet leidzaam toezien dat deze onschatbare natuurlijke grondstof zonder voordelen voor de eigen bevolking uit het land werd geexporteerd. 
Andere landen met petroleum namen dezelfde maatregelen. Er is geen enkel petroleumland dat geen nationaal petroleumbedrijf heeft.
Petroleum is een strategische rijkdom, bedrijven met een parastataal karakter moeten rekening houden met het land van herkomst van de petroleum. Dit deed REPSOL niet. Vandaar de rechtzetting. Volgens de Argentijnse regering is dit niet het startsignaal om andere multinationals te nationaliseren. Het ging vooral over de olie-reserves en de tegemoetkoming aan de noden van het land zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten