Griekenland heeft weer een beetje tijd gewonnen met een nieuw pakketje financiele hulp, maar het land blijft ronddolen in het drijfzand. De economische maatregelen die de eerste minister George Papandreou heeft genomen, hebben zichzelf nog niet bewezen. Er is zelfs reden tot enige sceptisme wegens de herhaling van dezelfde maatregelen die voorheen niets opleverden. De geschiedenis leert ons dat als de financiele markten en de buitenlandse kredietverleners en de binnenlandse ambtenaren, gepensioneerden en middeclasse met elkaar in botsing komen, het de laatste groep is die de beslissingen neemt.
De afschaffing van de Gold Standard in Engeland in 1931, is daar een goed voorbeeld van. (Goudstandaard: de valuta wordt gekoppeld aan de reserves in goud, tegenwoordig is dit niet meer. NVDR). In 1925 wilden de Britten hun economisch verval goedmaken met de aankoop van goudreserves en dat is vierkant mislukt, omdat ze hiervoor de binnenlandse economie bijna wurgden om het goud bij elkaar te krijgen en de economische competitiviteit verdween. Vele jaren nadien worstelde Engeland met werkloosheid en deflatie. Industries zoals steenkool, staal en schipherstelling werden zwaar getroffen. Toen de werkloosheid naar 20% steeg, moest de Bank of England de hoge rente aanhouden om een massieve gouduitloop van zijn klanten, tegen te houden. Toen deze situatie niet meer houdbaar was, werd er afgezien van de Gold Standard in 1931. De bevolking won door massaal zijn kapitaal uit de banken weg te trekken.
De bankiers en de politiekers wisten maar al te goed dat ze de economische zware beknotting niet konden volhouden. Toch was het wachten op het volk voor er verandering in kwam. Vanaf dat een regering niet meer geloofwaardig is voor investeerders en kredietverleners, trekken deze laatste hun kapitaal uit het land, waardoor de recessie pas echt begint, als een reactie op de instabiliteit. In de jaren 90 speelde zich hetzelfde af in Argentinie. Toen Cavallo, politieke economist, de Argentijnse pesos aan de US dollar koppelde en de markt opentrok, zonder veel economische restricties, bloeide de economie helemaal op. Het waren weer de bankiers en de kredietverleners en politiekers die er na 10 jaar een vreselijk einde aan breidde door hun roekeloosheid en hun 'veel is niet genoeg'. De crisis in Azie via Brazilie trof Argentinie recht in hun bankkluis. De twijfel dat de Argentijnse politiekers de situatie zouden kunnen rechttrekken was zoek bij de plaatselijke bevolking, en al gauw lag het land op zijn kale achterwerk. Wat hier ook de doodsteek had gegeven was het binnenlands prijskaartje van de staat: een groot aantal staatsambtenaren, gepensioneerden, werklozen. Hetzelfde wat we nu weer zien in Griekenland.
En als deze laatste groep het niet pikt, zal de economie van het land echt naar hen moeten luisteren en is het aan de bevolking om te beslissen of de Griekse Euro blijft bestaan of niet.
Er is toch nog een andere weg. Dat zien we in Letland. Letland is sinds de aansluiting bij de Europese Unie in 2004, enorm vlug gegroeid, net zoals Argentinie tijdens de koppeling aan de dollar. Dit creeert een toevloed van buitenlandse kredieten en investeringen die de plaatselijke economie in een gouden luchtbel duwt. 'Veel is niet genoeg' klonk door de straten van Letland. De buitenlandse schuld was vlug zo hoog als die van Griekenland nu. In 2008 viel de huizenmarkt in elkaar, steeg de werkloosheid tot over 20% en had het land de ene betoging na de andere. Letland had ook zoals Argentinie, een vaste exchange rate (1peso=1dollar, in Letland was het 1euro=1lets) en een vrije kapitaalsmarkt. Toch konden de Letland politiekers deze situatie terug op poten krijgen zonder economische binnenlandse besparingen, bevriezing van de markt en devaluatie. Letland werkte naar een status van 'beloofde land' in de Europese unie, en iedereen werkte hieraan mee. De geloofwaardigheid van de politiekers bleef overeind en de buitenlandse investeerders trokken hun kapitaal niet terug.
Nu is de vraag of Griekenland Argentinië of Letland zal volgen. De economisten staan tegenover elkaar. Het zijn de politiekers die moeten luisteren naar de bevolking en zo hun land samen met de burgers weer op het juiste spoor te krijgen, als politiekers enkel de economisten volgen, loopt het meestal faliekant af.
De bevolking zijn eigen creativiteit laten gebruiken en staatsservices niet privatiseren lukte in Letland, we moeten kijken of de Grieken even creatief kunnen zijn.
bron: Dani Rodrik, professor internationaal politieke economie Harvard University
Geen opmerkingen:
Een reactie posten