vrijdag 12 oktober 2012

Stemmen een recht of een vervelende gewoonte?

Niet overal is er stemplicht. In landen waar men vrij is om te stemmen, moeten politiekers niet alleen reclame maken voor zichzelf, maar ook nog eens aan de mensen duidelijk maken waarom ze zouden stemmen. Stemmen is je stem geven aan wie die verdient. Het is dus een geschenk, een vrijgeleide die we geven aan die persoon waarvan wij denken dat hij het goed met onze samenleving voor heeft. De schrijver Warnken uit Chili, schrijft dat stemmen een verdedigingswapen is, zo ver wil ik nog niet gaan. Wel is het een recht dat we gekregen hebben om het werk van de politiekers te evalueren. En dat is wat we doen als we gaan stemmen. Punten geven op het werk van de afgelopen 4 jaar van diegene die in het zadel zaten. 


In het geval van de gemeenteraadverkiezingen, is het iets dichter bij huis. De evaluatie is daarmee iets makkelijker en doorzichtiger dan die van de nationale verkiezingen. Daarom raakt het ons ook dieper, het heeft ook dadelijk met ons alledaags leven te maken: het fietspad voor de deur, het zebrapad aan de school, de bussen die (niet meer) rijden, de jeugd en culturele centra. In het geval van de Antwerpse burgemeester die op eigen toer gaat en zijn partij een beetje achter zich laat liggen, kan ik het nog het beste vinden. Niet met hem, noch met zijn partij wel met het feit dat hij het als een persoonlijke uitdaging ziet om een stad te besturen. Uiteraard draagt hij zijn overtuiging daarin mee, maar hij alleen is verantwoordelijk over de vizie die hij uitspreid over zijn stad als burgervader. De strijd tussen de kopstukken in verschillende steden deed me nadenken. We zien een Stefan Declerck in Kortrijk, eens veelbelovende nationale minister, strijden tegen Vincent van Quickenborne, nu nationale vice-minister. In Antwerpen hebben we de geboren burgemeester P Jansens strijden tegen de geboren nationale politieker B De Wever, schouder aan schouder met Minister Turtelboom die ook in de nationale politiek zit. Een rare wending, je zou zeggen een trapje terug, maar misschien is de gemeentepolitiek wel intenser, dichter bij de mensen? Of willen ze de dag dagelijkse politiek uit onze straat verheven naar de nationale politiek? Twee totaal verschillende dingen. 
Stemmen, daar ging het over, ik dwaal af, maar dat is zo een eigenschap van politiek, afdwalen of laten dwalen.  Stemmen is voor de burger het wapen van David tegen Goliath, maar het blijft een wapen. Elke stem is er eentje en hiermee kunnen we een statement geven, ook al blijft het bij gefluister. Zelfs anti-stemmen zijn stemmen en een terugfluiten voor diegene die 4 jaar gewerkt hebben aan de organisatie van onze leefwereld. Partijen zoals die van Caganovemus zoveel jaar geleden, waren een barometer voor het beleid aan de macht. Deze kleine man die zijn pamfletjes verkocht op tram 3 in Antwerpen, speelde een dapper spel en was belangrijk in de politieke wereld. Niet voor niets dat ze hem om de haverklap arresteerden en in de Begijnenstraat (gevangenis in Antwerpen) staken. 
Maar de Caganovemussen bestaan niet meer. Spijtig genoeg zingen deze politieke oud strijders geen eigenzinnig straatlied meer. Niet dat het uit de tijd is, maar we moeten vooruitgang maken, evolueren, niet waar, meneer, mevrouw?
Toch valt hierdoor de weinige sociale controle die er over de politieke klasse in de gemeentes heerste, weg. Kijk naar Hasselt daar is al jaren geen oppositiepartij meer, iedereen zit mee in de gemeenteraad. Een mooie utopische gedachte, maar we hebben nog geen utopische samenleving, dus werkt het niet helemaal. Als ik de debatten zo volg en de interviews lees, denk ik vaak aan de woorden van De Gucht, noch met zijn partij noch met de persoon zelf enige affiniteit, die zei dat de politieke klasse in Congo zich moest herbronnen. In België tegenwoordig ook wel het overdenken waard. Een hoop burgemeesters in Belgie zijn dit in 'titel' maar sturen een kat naar het stads- of gemeentehuis, terwijl ze zelf een andere post 'bezetten'. Als mooi voorbeeld nl Berlare, met Karel De Gucht himself als titeldragend burgemeester.
Verder hebben we ook de traditie opgepikt van zoon- en dochterlief. Niet dat deze mensen het perse slecht doen omdat het zoon of dochter van is, maar wel omdat ze zo weinig een eigen lied zingen. De gemengde koppeltjes, fusies van partijen, samenklikken van totaal uiteenlopende gedachten. Een mens zou er van beginnen twijfelen aan zichzelf: Christelijk Democraten samen met de Socialisten, Liberalen samen met de groen, je kan het je niet zo gek voorstellen of er is een unie van. In 't stad, Antwerpen voor de duidelijkheid, heet die rare samenklonterpartij: de partij van 't stad. Als da nie van A is, weet Jansens het ook niet meer.
Het is misschien zoals Richard Gere zegt, over zijn nieuwe film Arbitrage: 'Mensen met macht zijn net mensen die niet echt volwassen geworden zijn, kleine jongens (meisjes) die de wereld om hen heen niet goed begrijpen en hierdoor geen echte empathie kunnen voelen met hun medemensen.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten